De druiven zijn zuur

In het Hoogheemraadschap van Rijnland gaat men met gezwinde spoed richting een opvallend smalle coalitie van BBB, VVD, CDA met gedoogsteun van JA21. Met elkaar hebben ze 12 van de 26 verkozen zetels. De vier geborgde zetels voor Natuurterreinen en Agrarisch gaan deze minderheid helpen aan een formele meerderheid in de Verenigde Vergadering van Rijnland. De linkse partijen die het redelijk goed deden bij de verkiezingen hebben het nakijken. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat wij als PvdA wel zijn uitgenodigd om aan te schuiven bij de rechtse coalitie. We vonden een brede coalitie door het midden in deze periode voor Rijnland beter en hebben nee gezegd. We hebben dat ook open en transparant uitgelegd. Sommigen zullen dat politiek niet handig noemen. En dan zijn - zo zal het in de wandelgangen wel worden gezegd - de druiven zuur. 

Alle partijen halen wel eens handigheidjes uit en in die zin kan geen politicus zijn handen in onschuld wassen. Maar er zijn ook grenzen. Als burgers niet meer kunnen volgen waar politici mee bezig zijn, gaat het mis. Volgens een recente peiling van het CBS heeft slechts 21% van de burgers nog vertrouwen in politici. Openheid en transparantie zijn geen garantie voor een ommekeer, maar wel de enige weg richting herstel van vertrouwen. Natuurlijk betekent openheid niet dat elk kopje koffie moet worden verantwoord. Liever niet. Burgers moeten echter wel kunnen volgen wat uiteindelijk waarom wordt gedaan en wat er wordt bereikt.

Terug naar Rijnland. Waarom hebben politici gedaan wat ze hebben gedaan? Waarom is deze coalitie in elkaar gezet? Die simpele vraag werd niet beantwoord. Waarom niet? Misschien omdat het echte antwoord niet goed zou vallen. Het ging in ieder geval niet over de inhoud. Wij hebben geen breekpunten gezien of gehoord. Wellicht speelden persoonlijke belangen een rol. Dat zou kunnen, maar ik wil BBB als nieuwe partij op dit punt toch wel het voordeel van de twijfel geven. Wat dan? Het eenvoudigste antwoord is dat men alleen maar wilde werken met een rechtse meerderheid in het dagelijks bestuur. BBB noemt zich zelf niet rechts; dus misschien moet ik zeggen een agrarisch-vriendelijke meerderheid. Dat is geen standpunt dat wij als PvdA omarmen, maar wel legitiem.

Dit legitieme standpunt werd niet expliciet uitgesproken. Begrijpelijk want het spoort niet met de wel uitgesproken intentie van de BBB om bij de vorming van het nieuwe dagelijkse bestuur te streven naar een breed draagvlak. Tijdens het eerste debat over het concept coalitieakkoord wrongen de beoogde coalitiepartijen zich in allerlei bochten om onder woorden te brengen dat deze coalitie toch echt zal streven naar een breed draagvlak. Maar op geen enkel moment werd verwoord waarom dit bij de samenstelling van het dagelijks bestuur geen rol heeft gespeeld. Nogmaals: ik begrijp de politieke logica, maar het is niet goed. Het is de gebruikelijke mist in de politiek. Er wordt met veel omhaal van woorden verhuld waarom mooie woorden niet worden waargemaakt of anders geformuleerd: men wil niet toegeven dat intenties bestonden uit loze beloften.

Grote woorden, zware verwijten voor een relatief onschuldig gebeuren bij een wat onderbelicht bestuursorgaan? Wellicht. Maar toch. Natuurlijk staan bij een waterschap de journalisten niet in de rij om moeilijke vragen te stellen over de coalitievorming. Maar ook daar weerspiegelt dit gedrag een politieke cultuur die verkeerd is en die pas zal veranderen als er op allerlei plaatsen en in allerlei partijen politici komen die zeggen: zo doen we het niet meer. Dat is de zo noodzakelijke andere bestuursstijl. En als die er niet komt worden de druiven pas echt zuur.