Waterschappen beter positioneren
(22-2-2023)
Waterschappen bestaan al lang. Het eerste waterschap werd in 1255 ingesteld door graaf Willem II van Holland. Dat was het hoogheemraadschap van Rijnland. Voor die tijd was men al een jaar of 50 bezig om samenwerking tot stand te brengen met oog op een regionaal waterbeheer. Het was namelijk niet echt handig om waterproblemen op te lossen door ze over de schutting te gooien bij de buren. Samenwerking kwam maar moeizaam tot stand en om aan de vrijblijvendheid een eind te maken werd het hoogheemraadschap in 1255 ingesteld door Graaf Willem II van Holland.
Ergens in de 16e eeuw kwamen er vanwege onvrede over het beleid van de bestuurders (de hoogheemraden) toezichthouders. Dat waren vertegenwoordigers van bepaalde groepen grondbezitters, zoals edelen, kerkelijke in stellingen en stadsbesturen. Op dit moment zijn er in Nederland 21 waterschappen.
De waterschappen hebben altijd vanuit een zelfstandige positie hun taak kunnen uitvoeren. Daardoor is veel kennis en ervaring opgebouwd en bewaard gebleven. In die eeuwenlange geschiedenis zijn de waterschappen een expert geworden in het beheer van water. Dat is een groot voordeel, maar geen garantie voor succesvol beleid in de toekomst. De klimaatverandering zet de politieke dilemma’s ook bij de waterschappen nadrukkelijk op de agenda. Het vinden van een goede balans tussen waterbeheer gericht op natuur en biodiversiteit, de bescherming tegen de gevolgen van klimaatverandering, de economische belangen van boeren en industrie en de grote behoefte aan woningbouw is geen technocratisch vraagstuk, maar een uitdaging die vraagt om politieke afwegingen.
Daarbij is het passend dat het waterschap wordt gecontroleerd door een democratisch gekozen orgaan. Tot 1995 hebben de toezichthoudend organen bij de waterschappen bestaan uit vertegenwoordigers van belangengroepen (grondbezitters), al werden de groepen in de loop der tijd wel wat anders gedefinieerd. Met de Waterwet van 1992 werd er ruimte gemaakt voor directe verkiezingen, maar (niet gekozen) vertegenwoordigers van belangengroepen (boeren, bedrijven en natuur) een belangrijk rol spelen in het algemeen en dagelijks bestuur. Eind 2022 is er een wetswijziging doorgevoerd die de samenstelling van het bestuur van de waterschappen democratischer maakt. Het algemeen bestuur zal niet meer gedomineerd worden door belangenvertegenwoordigers, maar door democratisch gekozen vertegenwoordigers van politieke stromingen.
Waterschappen vertegenwoordigen niet alleen een historie waar we in Nederland trots op kunnen zijn, maar zijn ook belangrijk met oog op de toekomst. In het verleden moest er worden samengewerkt om de deelbelangen bij het waterbeheer om te vormen tot een gemeenschappelijk belang en een gemeenschappelijk visie. In de toekomst zal er een gemeenschappelijke visie moeten komen op het gebruik van water en grond. Daarbij horen waterschappen, gegeven hun expertise, belangrijke adviseurs te zijn. Het lijkt mij verstandig dat het kabinet dan wel, net zoals lang geleden Graaf Willem II, de waterschappen een positie geeft waardoor ze ook daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen.